2011 en veel verder
De werkelijke redenen voor kunst liggen in de toekomst. De werking van een kunstwerk wordt bepaald door de relatie die dat werk heeft met de tijdgeest. Stelt u zich de tijdgeest voor als een wezen met een richting en een doel.
In de schoot van dit tijdwezen droomt de kunstenaar. Zijn droombeelden worden de kunstwerken die hij vervolgens met een wakker bewustzijn maakt. Daardoor verbindt de kunstenaar ons bewust met het wordende.
In het wordende werken meekrachten en tegenkrachten. De meekrachten zijn ik-versterkend, Ik-zoekend. De tegenkrachten zijn ik-verzwakkend, ik-vliedend.
Dit is wat de tijdgeest wil: ons ik versterken. Kunst is een instrument van de tijdgeest. Kunst is het doel van de kunstenaar. Hun samenwerking is vrij.
De kunstenaar is geen moraliserende boodschapper. De kunstenaar ploegt de ziel, de kunstenaar maakt vruchtbaar. De kunstenaar faciliteert ontwikkeling. In vrijheid, door vrijheid.
Ik wil deze gedachte nog wel wat verder uitwerken en concretiseren,
Niet als een soort programma, wel als een visie. Wat ik daar ook in wil opnemen zijn mijn gedachten over de niveaus waarop kunst kan werken. Kunst kan zinnenprikkelend zijn, ze kan balsem voor de ziel zijn. Ook ze geestverwikkend zijn. Hoe verhouden die kwaliteiten zich tot elkaar?
Jan Opdam